Liturgie van het Woord van 1e zondag van de Advent, jaar C zo 01-12-2024
eerste lezing: Jer. 33, 14-16
Ik schenk David een wettige afstammeling.
Uit de Profeet Jeremia.
Zo spreekt de Heer: Er komt een tijd, dat Ik de belofte vervul, die Ik aan Israël en Juda gedaan heb. Dan schenk Ik David een wettige afstammeling, die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurt. In die dagen wordt Juda gered en is Jeruzalem veilig. En die stad zal heten: Heer, onze gerechtigheid.
– Woord van de Heer. – Wij danken God.
tussenzang: Ps. 25 (24) 4bc-5ab, 8-9, 10 en 14
Refrein:
Tot U in den hoge richt ik mijn geest,
tot U, Heer, mijn God.
Wijs mij uw wegen, Heer,
leer mij uw paden kennen.
Leid mij volgens uw woord,
want Gij zijt mijn God en Verlosser.
De Heer is goed en rechtschapen,
daarom wijst Hij zondaars de weg.
Hij leidt de geringe langs eerzame paden,
Hij leert de eenvoudige wat hij moet doen.
De wegen van God zijn goed en betrouwbaar
voor ieder die zijn verbond onderhoudt.
Een vriend is de Heer voor hen die Hem vrezen,
Hij toont hen de waarde van zijn verbond.
tweede lezing: 1 Tess. 3, 12-4, 2
De Heer sterke uw hart bij de komst van de Heer.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Tessalonica.
Broeders en zusters, moge de Heer u overvloedig doen toenemen in liefde voor elkaar en voor alle mensen, zoals ook mijn liefde uitgaat naar u.
Hij sterke uw hart, zodat gij onberispelijk zijt en heilig voor het aanschijn van God, onze Vader, bij de komst van onze Heer Jezus met al zijn heiligen. Voor het overige, broeders en zusters, vragen en vermanen wij u in de Heer Jezus, dat gij de overlevering, die gij van ons hebt ontvangen, de overlevering namelijk over een levenswandel, die God welgevallig is, nog trouwer naleeft dan gij al doet. Gij kent de voorschriften, die wij u op gezag van de Heer Jezus gegeven hebben.
– Woord van de Heer. – Wij danken God.
vers voor het evangelie: Ps. 85 (84), 8
Alleluia.
Laat ons uw barmhartigheid zien,
geef ons uw heil, o Heer. Alleluia.
evangelie: Lc. 21, 25-28. 34-36
Uw verlossing komt nabij.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Er zullen tekenen zijn aan de zon, maan en sterren en op de aarde zullen volkeren in angst verkeren, radeloos door het gebulder van de onstuimige zee. De mensen zullen het besterven van schrik, in spanning om wat de wereld gaat overkomen. Want de hemelse heerscharen zullen in verwarring geraken. Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op een wolk, met macht en grote heerlijkheid.
Wanneer zich dit alles begint te voltrekken, richt u dan op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing komt nabij. Zorg ervoor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap en de zorgen van het leven; laat die dag u niet onverhoeds grijpen als in een strik; want hij zal komen over alle mensen, waar ook ter wereld. Weest daarom altijd waakzaam en bidt dat ge in staat moogt zijn te ontkomen aan al die dingen, die zich gaan voltrekken, en dat ge stand moogt houden voor het aangezicht van de Mensenzoon.”
– Woord van de Heer.
Bron: https://dionysiusparochie.nl/lectionaria/deel-c- adventstijd/1e-zondag-van-de-advent-jaar-c/
Overweging:
Geroepen tot het koninkrijk
Als een koning hier op aarde de mensen oproept tot glorie, succes, rijkdom, luxe en genot, dan zien we dat ze zich naar dit alles haasten met ijver, ijver en vreugde. Wat ons betreft, het is de God en Koning van het universum die ons roept – niet tot deze verachtelijke en bederfelijke goederen die we zojuist hebben genoemd, maar tot het koninkrijk van de hemel, tot een licht dat geen duisternis kent, tot een leven zonder einde, tot een onuitsprekelijke gelukzaligheid, tot kinderlijke adoptie en tot de erfenis van eeuwige goederen – dus met hoeveel meer ijver, hoeveel meer vreugde, hoeveel meer onverzadigbare vurigheid moeten we elke dag en elk uur rennen, vechten en ons haasten. Noch verdrukking, noch angst, noch honger, noch dorst, noch gevaar en, laten we het zeggen, noch zwaard, noch dood (vgl. Romeinen 8:35, 38), niets van dit alles mag ons angst inboezemen of ons doen terugdeinzen; integendeel, met moed, kracht en standvastigheid moeten wij de ascetische weg tot het einde toe volgen en alles als licht en gemakkelijk dragen in vergelijking met de verwachting (vgl. Romeinen 8:19) die ons wordt voorgehouden en met onze hoop die zaligmakend is. (…) Versterk u ook met de kracht van Zijn sterkte (vgl. Ef 6,10), gij meest begeerde kinderen, en voeg uw vroegere strijd en beproevingen bij die van nu en die van straks, en zie het als een volmaakte vreugde (vgl. Jac 1,2) dat u waardig bevonden bent om dit alles gewillig te lijden voor Christus de Verlosser (vgl. Fil 1,29); en word navolgers van Zijn lijden; voor hen die het begrijpen, is dit alleen de grootste beloning! (…) We willen de ijver van ons allen opnieuw aanwakkeren, ons wakker schudden, ons weer op de been brengen, onze vurigheid vernieuwen om de diensten die aan ieder van ons zijn toevertrouwd te voltooien en ze zonder verwaarlozing uit te voeren, in Christus Jezus, onze Heer, aan wie de heerlijkheid en de kracht met de Vader en de Heilige Geest toebehoren, nu en altijd en tot in eeuwigheid. Amen.
H. Theodorus de Studiet (759-826)
monnik te Constantinopel – Catechese 83
Bron: https://dagelijksevangelie.org/NL/gospel/2024-12-01