“Ik ben de Alfa en de Omega – zegt God de Heer –
Hij die is en die was en die komt, de Albeheerser.” (Apok 1, 5-8)

eerste lezing: Dan. 7, 13-14
Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij.

 Uit de Profeet Daniël.
In die tijd nam Daniël het woord en zei: “In mijn nachtelijk visioen zag ik met de wolken des hemels iemand aankomen, die op een mens geleek. Hij ging naar de Hoogbejaarde en werd voor Hem geleid. Toen werd Hem heerschappij gegeven, luister en koninklijke macht; alle volken, stammen en talen brachten Hem hun hulde. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die nooit vergaat, zijn koninkrijk gaat nooit ten gronde.”

• Woord van de Heer. – Wij danken God.

tussenzang: Ps. 93 (92), 1ab, 1c-2, 5
Refrein:
De Heer is koning, met luister omkleed.

De Heer is koning, met luister omkleed,
met macht heeft de Heer zich omgord.

Zo vast als de aarde, onwankelbaar,
zo vast staat uw troon door de eeuwen.
De golven rijzen steeds hoger, Heer,
de golven met dreunend geweld.

Maar machtiger dan het geraas van de golven,
is de macht van de Heer daarboven.
Betrouwbaar is alles wat Gij betuigt,
uw huis zij heilig in lengte van dagen.

tweede lezing: Apok. 1, 5-8
De vorst van de koningen der aarde heeft ons gemaakt
tot een koninkrijk van priesters voor God

Uit de openbaring van de heilige apostel Johannes.
Broeders en zusters, genade zij u van Jezus Christus, de getrouwe getuige, de eerstgeborene van de doden en de vorst van de koningen der aarde. Aan Hem die ons liefheeft en die ons van de zonden heeft verlost door zijn bloed, die ons gemaakt heeft tot een koninkrijk van priesters voor zijn God en Vader, Hem zij de heerlijkheid en de macht in de eeuwen der eeuwen! Amen. Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem aanschouwen, ook zij die Hem doorstoken hebben; en alle stammen der aarde zullen over Hem weeklagen.
Ja, Amen! Ik ben de Alfa en de Omega – zegt God de Heer –
Hij die is en die was en die komt, de Albeheerser.”

• Woord van de Heer. – Wij danken God.

vers voor het evangelie: Mc. 11, 10

Alleluia.
Gezegend de Komende in de Naam des Heren.
Geprezen het komend Koninkrijk van onze vader David.
Alleluia.

evangelie: Joh. 18, 33b-37
Gij zegt dat Ik koning ben.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes.|
In die tijd riep Pilatus Jezus bij zich en zei tot Hem: “Zijt gij de koning der Joden?” Jezus antwoordde hem: “Zegt gij dit uit uzelf of hebben anderen u over Mij gesproken?” Pilatus gaf ten antwoord: “Ben ik soms een Jood? Uw eigen volk en de hogepriesters hebben U aan mij overgeleverd. “Wat hebt Gij gedaan?” Jezus antwoordde: “Mijn koningschap is niet van deze wereld. Zou mijn koningschap van deze wereld zijn, dan zouden mijn dienaars er wel voor gestreden hebben, dat Ik niet aan de Joden werd uitgeleverd. “Mijn koningschap is evenwel niet van hier.” Pilatus hernam: “Gij zijt dus toch koning?” Jezus antwoordde: “Ja, koning ben Ik. Hiertoe werd Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid. Alwie uit de waarheid is luistert naar mijn stem.”

• Woord van de Heer. – Wij danken God.

Bron: https://dionysiusparochie.nl/lectionaria/deel-b-door-het-jaar/christus-koning-van-het-heelal-jaar-b/

Overweging:
 “Mijn koningschap komt niet van deze wereld”
    Luister allen, joden en heidenen (…) luister alle koninkrijken van de aarde! Ik verhinder uw heerschappij over deze aarde niet, “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld” (Joh 18,36). Vrees dus niet die dwaze vrees waar Herodus door gegrepen werd, toen men hem over mijn geboorte vertelde. (…) Nee, zegt de Verlosser, “mijn Koninkrijk is niet van deze wereld”. Kom allen naar een Koninkrijk dat niet van deze wereld is; kom er door het geloof; dat de angst u niet wreed zal maken. Het is waar dat de Zoon van God in een profetie al sprekend over zijn Vader zegt: “Door Hem ben Ik als koning van Sion aangesteld, op zijn heilige berg” (Ps 2,6). Maar deze Sion en deze berg zijn niet van deze aarde.
      Wat is immers zijn Koninkrijk? Dat zijn zij die in Hem geloven, tegen wie Hij zegt: “U bent niet van deze wereld, zoals Ik ook niet van deze wereld ben” (cf Joh 17,16). En toch wil Hij dat ze in de wereld zijn; Hij bidt tot zijn Vader: “Ik vraag U niet om ze uit deze wereld weg te halen, maar om ze te beschermen tegen het kwaad” (Joh 17,16). Want Hij zei niet: “Mijn Koninkrijk is niet ìn deze wereld”, maar “Het is niet vàn deze wereld; als het van deze wereld was, dan zouden mijn dienaren gestreden hebben, opdat Ik niet overgeleverd zou worden”.
     Zijn Koninkrijk is immers hier op aarde tot aan het einde van de wereld; tot aan de oogst waarin het onkruid vermengd is met het goede graan (Mt 13,24v). (…) Zijn Koninkrijk is niet van hier, want Hij is als een pelgrim in deze wereld. Tegen hen over wie Hij heerst, zegt Hij: “U bent niet van deze wereld, want Ik heb u uit de wereld uitgekozen” (Joh 15,19). Ze waren dus van deze wereld, toen ze nog niet zijn Koninkrijk waren, behoorden ze tot de prins van deze wereld (Joh 12,3). (…) Allen die verwekt zijn uit het ras van de zondaar Adam behoren tot deze wereld; allen die herschapen zijn in Jezus Christus behoren tot zijn Koninkrijk en zijn niet meer van deze wereld. “God heeft ons verlost uit de macht van de duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van zijn geliefde Zoon” (Kol 1,13).

H. Augustinus (354-430)
bisschop van Hippo (Noord Afrika) en kerkleraar Overweging over het Evangelie van Johannes, nr 115

 Bron: https://dagelijksevangelie.org/NL/gospel/2024-11-24