Liturgie van het Woord van 23e zondag door het jaar B zondag 08-09-2024

 

“Jezus laat doven horen en stommen spreken.”                (Mc. 7, 31-37)

eerste lezing: Jes. 35, 4-7a

De oren van de doven worden geopend en de tong van de stommen zal jubelen.

Uit de profeet Jesaja.

Spreek tot allen die de moed verloren hebben:
“Vat moed en vreest niet: Uw God komt om de wraak te voltrekken, God komt om te vergelden en om u te redden. Dan gaan de ogen van de blinden weer open
en zullen de oren van de doven geopend worden.
De lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme. Ja, in de steppe zullen beken ontspringen, rivieren in de woestijn. De dorre vlakte wordt een vijver, het dorstige land één waterbron.”
– Woord van de Heer. -Wij danken God.

tussenzang: Ps. 146 (145), 7, 8-9a, 9bc-10

Refrein:
De Heer zal ik loven mijn leven lang.

De Heer doet altijd zijn woord gestand,
verdrukten verschaft Hij recht.

De Heer geeft brood aan wie honger heeft,
gevangenen geeft Hij de vrijheid.

De ogen van de blinden opent de Heer,
gebrokenen richt Hij weer op.

De Heer bemint de rechtvaardigen,
de Heer behoedt de ontheemden.

De Heer geeft wees en weduwe steun,
maar zondaars laat Hij verdwalen.

De Heer is koning in eeuwigheid,
uw God, Sion, heerst over alle geslachten.

 

tweede lezing: Jak. 2, 1-5

God heeft de armen uitverkoren tot erfgenamen van het koninkrijk.

Uit de brief van de heilige apostel Jakobus.

Broeders en zusters, gij die gelooft in onze Heer Jezus Christus, de Heer der heerlijkheid, verbindt dit geloof toch niet met partijdigheid en vleierij! Ik bedoel dit:
veronderstel er treedt in uw samenkomst een man binnen, keurig gekleed en met gouden ringen aan zijn vingers, en tegelijkertijd komt er ook een arme aan in schamele kleren; als gij nu opziet tegen de rijkgeklede man en hem een ereplaats aanbiedt, terwijl gij tegen de arme zegt: “Blijf daar maar staan,” of: “Ga hier op de grond zitten, bij mijn voetbank” maakt ge u dan niet schuldig aan kwaadaardige discriminatie? Luister, lieve broeders: God heeft de armen naar de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen van het koninkrijk dat Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.
– Woord van de Heer. – Wij danken God.

 

vers voor het evangelie: Joh. 1, 14.12b

Alleluia. Het woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond; aan allen die Hem aanvaardden gaf Hij het vermogen om kinderen Gods te worden. Alleluia.

 

evangelie: Mc. 7, 31-37

Hij laat doven horen en stommen spreken.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus. 

In die tijd vertrok Jezus uit de streek van Tyrus
en begaf zich over Sidon naar het meer van Galilea, midden in de streek van Dekápolis. Men bracht een doofstomme bij Hem en smeekte Hem dat Hij deze de hand zou opleggen. Jezus nam hem terzijde, buiten de kring van het volk, stak hem de vingers in de oren
en raakte zijn tong met speeksel aan. Vervolgens sloeg Hij zijn ogen ten hemel, zuchtte en sprak tot hem:
“Effeta”, wat betekent: Ga open. Terstond gingen zijn oren open, en werd de band van zijn tong losgemaakt,
zodat hij normaal sprak. Hij verbood het aan iemand te zeggen; maar met hoe meer nadruk Hij dat verbood,
des te luider verkondigden zij het. Buiten zichzelf van verbazing riepen zij uit: “Hij heeft alles wel gedaan,
Hij laat doven horen en stommen spreken.”
– Woord van de Heer. – Wij danken God.

Nguồn: https://dionysiusparochie.nl/lectionaria/deel-b-door-het-jaar/23e-zondag-door-het-jaar-b/

 

Bezinning:  “Zij riepen uit: ‘Hij heeft alles wel gedaan, Hij laat stommen spreken’”

“Ik zal voor de Heer zingen, zolang ik leef” (Ps 104,33). Wat zal de psalmist dan zingen? Hij zal alles wat God is bezingen. Laten we gedurende heel ons leven zingen over de glorie van de Heer. Ons huidige leven is slechts hoop; ons toekomstig leven zal eeuwigheid zijn. Het leven van dit sterfelijke leven is de hoop van het onsterfelijke leven: “Ik zal voor de Heer zingen, zolang ik leef, ik zal voor de Heer spelen zolang ik besta”. En omdat ik oneindig in Hem zal leven, zal ik zolang als ik leef voor mijn God zingen. Als we zijn begonnen met het zingen voor de Heer in de hemelse stad, dan verbeelden we ons niet dat we er iets anders moeten doen; ons hele leven zal dan het zingen ter glorie van de Heer zijn. Als het object van onze lofzang ons hierbeneden verveling veroorzaakt, dan kunnen onze lofzangen dat ook veroorzaken. Maar als wij Hem eeuwig beminnen, dan loven wij Hem ook eeuwig: “Ik zal voor de Heer zingen, zolang als ik zal leven!”    

 

H. Augustinus (354-430)
bisschop van Hippo (Noord Afrika) en kerkleraar
Overweging over de psalmen, 4e over psalm 104, §17

Bron: https://dagelijksevangelie.org/NL/gospel/2024-09-08