Liturgie van het Woord van 16e zondag door het jaar B zondag 21-07-2024

 

eerste lezing: Jer. 23, 1-6
Ik breng de overgebleven schapen bijeen en stel herders over hen aan. 

Uit de profeet Jeremia.
Wee de herders, door wie de schapen van mijn kudde omkomen en verloren lopen – godsspraak van de Heer -, Daarom zegt de Heer, Israëls God, tot de herders die mijn volk weiden: Door uw schuld zijn mijn schapen verloren gelopen en uiteen gedreven; ge hebt er niet op gelet. Maar ik let wel op u om al uw misdaden – godsspraak van de Heer -. Zelf breng ik de  overgebleven schapen bijeen uit alle landen waarheen ik ze heb verdreven. Ik breng ze terug naar hun weiden,   ze worden weer vruchtbaar en talrijk. Dan stel ik herders over hen aan, die hen werkelijk weiden. Ze hoeven niet meer bang of angstig te zijn, geen van hen wordt nog vermist – godsspraak van de Heer -. Geloof mij, de tijd komt  – godsspraak van de Heer – dat ik een wettige afstammeling van David doe opstaan; hij zal hen met bekwaamheid regeren en het land rechtvaardig en eerlijk besturen. In zijn tijd wordt Juda bevrijd, leeft Israël veilig. En dit is de naam die men hem geeft: de Heer, onze gerechtigheid.

  • Woord van de Heer. – Wij danken God.

tussenzang: Ps. 23 (22), 1-3a, 3b-4, 5, 6
Refrein:
De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort.

De Heer is mijn herder, niets kom ik tekort;
Hij laat mij weiden op groene velden.
Hij brengt mij aan water, waar ik kan rusten,
Hij geeft mij weer frisse moed.

Mijn schreden leidt Hij langs rechte paden
omwille van zijn Naam.
Al voert mijn weg door donkere kloven,
ik vrees geen onheil waar Gij mij leidt.

Voorspoed en zegen verlaten mij nooit
elke dag van mijn leven.
Het huis van de Heer zal mijn woning
zijn voor alle komende tijden.

tweede lezing: Ef. 2, 13-18
Hij is onze Vrede. Hij die de twee werelden heeft één gemaakt.

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze.
Broeders en zusters, door het bloed van Christus zijt gij echter, die eertijds veraf waart, thans in Christus Jezus dichtbij gekomen. Want Hij is onze vrede, Hij die de twee werelden één gemaakt heeft, en de scheidingsmuur heeft neergehaald door in zijn vlees de vijandschap te vernietigen, namelijk de wet der geboden met haar verordeningen. Hij heeft vrede gesticht door in zijn persoon uit de twee, één nieuwe Mens te scheppen, en die beiden in een lichaam met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap heeft gedood. En Hij is gekomenen Hij heeft vrede verkondigd aan u die veraf waart en vrede aan hen die dichtbij waren. Want in Hem hebben wij beiden in één Geest toegang tot de Vader.

  • Woord van de Heer. – Wij danken God.

vers voor het evangelie: Joh. 20, 27

 Alleluia.
Mijn schapen luisteren naar mijn stem, zegt de Heer, en Ik ken ze en zij volgen Mij.
Alleluia.

evangelie: Mc. 6, 30-34
Zij waren als schapen zonder herder.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.

In die tijd voegden de apostelen zich bij Jezus en brachten Hem verslag uit over alles wat zij gedaan en onderwezen hadden. Daarop sprak Hij tot hen: “Komt nu eens zelf mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en rust daar wat uit.” Want wegens de talrijke gaande en komende mensen hadden zij zelfs geen tijd om te eten. Zij vertrokken dus in de boot naar een eenzame plaats om alleen te zijn.
Maar velen zagen hen gaan en begrepen waar Hij heenging; uit al de steden kwamen mensen te voet daarheen en ze waren er nog eerder dan zij.
Toen Jezus aan land ging zag Hij dan ook een grote menigte. Hij voelde medelijden met hen, want zij waren als schapen zonder herder; en Hij begon uitvoerig te onderrichten.

  • Woord van de Heer. – Wij danken God.

Nguồn: https://dionysiusparochie.nl/lectionaria/deel-b-door-het-jaar/16e-zondag-door-het-jaar-b/

 Bezinning:  “Hij voelde medelijden met hen, want zij waren als schapen zonder herder”

 Waar weidt U uw kudde, goede Herder die heel de kudde op uw schouders draagt? Want heel de menselijke natuur is dat ene schaap, dat U op uw schouders hebt genomen. Toon me de groene wei, laat me het water van de rust kennen, leid me naar het voedzaam gras, roep me bij mijn naam, opdat ik uw stem hoor, ik die uw schaap ben, en geef me door uw stem het eeuwig leven.

“Ja, zeg het mij, mijn Zielsbeminde. Zo noem ik U, omdat uw naam boven alle namen is en door geen enkel redelijk schepsel uitgesproken of begrepen kan worden. Die naam duidt op uw goedheid en getuigt van mijn gevoelens voor U. Hoe zou ik U niet beminnen, die mij zo bemind hebt, – en dat terwijl ik helemaal zwart was -, dat U uw leven gaf voor de schapen die U hoedde? Men kan geen grotere liefde uitdenken dan die waardoor U uw leven gaf voor mijn heil”.

“Maak me dan bekend ‘waar U Uw kudde weidt’, zegt de bruid, dan kan ik de weide van het heil vinden en door de hemelse spijs gevoed worden, waarvan gezegd is dat niemand het leven binnen kan gaan als hij er niet van eet. Dan zal ik naar U, die de bron bent, toelopen en met volle teugen drinken van het goddelijk water dat U doet ontspringen voor degenen die dorst hebben. Sinds de lans de ader geopend heeft, vloeit het water voortdurend uit uw zijde, en degene die ervan drinkt, wordt een bron van water dat opborrelt tot eeuwig leven”

H. Gregorius van Nyssa (ca. 335-395) monnik en bisschop.
Homilie over het Hooglied; PG 44, 801 (vertaling uit het Frans evangelizo.org)
Bron: https://dagelijksevangelie.org/NL/gospel/2024-07-21