
Liturgie van het Woord van 6e Zondag door het jaar C zo 16-02-2025

“Zalig gij die arm zijt, Maar wee u, rijken,
( Lc. 6,17.20-26)
eerste lezing: Jer. 17, 5-8
Vervloekt is hij die op mensen vertrouwt; gezegend is hij
die op de Heer vertrouwt.
Uit de Profeet Jeremia.
Dit zegt de Heer: “Vervloekt is hij die op mensen vertrouwt, die bouwt op een schepsel en zich afkeert van de Heer. Hij is een kale struik in de steppe, nooit ziet hij regen; hij staat in dorre woestijngrond, in een onvruchtbaar gebied, waar niemand woont. Gezegend is hij die op de Heer vertrouwt, en zich veilig weet bij hem. Hij is als een boom die aan een rivier staat en wortels heeft tot in het water. Hij heeft geen last van de hitte, zijn blad blijft groen. Komt er een tijd van droogte, het deert hem niet; altijd blijft hij vrucht dragen.”
- Woord van de Heer. – Wij danken God.
Tussenzang: Ps. 1, 1-2, 3, 4 en 6
Refrein:
Gelukkig is de man, die op de Heer zijn hoop stelt.
Gelukkig is de man die weigert te doen
wat goddelozen hem raden;
die niet de wegen der zondaars gaat,
niet zit te midden der spotters;
Maar die zijn geluk vindt in ’s Heren wet,
haar dag en nacht overweegt.
Hij is als een boom, aan het water geplant,
die vruchten draagt op zijn tijd;
Des zomers verdorren zijn bladeren niet,
maar al wat hij doet brengt hem voorspoed.
De goddelozen vergaat het zo niet:
de wind blaast hen weg als kaf.
De Heer immers let op de weg der gerechten,
de weg van de zondaars loopt dood.
Tweede lezing: 1 Kor. 15, 12. 16-20
Als Christus niet is verrezen, is uw geloof waardeloos.
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte.
Broeders en zusters, als wij verkondigen dat Christus uit de doden is opgewekt, hoe kunnen dan sommigen onder u beweren dat er geen opstanding van de doden bestaat?
Want als de doden niet verrijzen is ook Christus niet verrezen, en als Christus niet is verrezen is uw geloof waardeloos en zijt gij nog in uw zonden. Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn verloren. Indien wij enkel voor dit leven onze hoop op Christus hebben gevestigd zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen. Maar zo is het niet! Christus is opgewekt uit de doden
als eersteling van hen die ontslapen zijn.
- Woord van de Heer. – Wij danken God.
vers voor het evangelie: Mt. 11, 25
Alleluia. Geprezen zijt Gij, Vader van hemel en aarde,
omdat gij de geheimen van het koninkrijk
aan kinderen geopenbaard hebt. Alleluia.
evangelie: Lc. 6,17.20-26
Zalig de armen, wee u rijken.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
In die tijd daalde Jezus samen met de twaalf van de berg af. Hij bleef staan op een vlak terrein. Daar bevond zich een talrijke groep van zijn leerlingen en een grote volksmenigte uit heel het Joodse land, uit Jeruzalem en uit het kustland Tyrus en Sidon.
Hij sloeg nu zijn ogen op, keek zijn leerlingen aan en sprak:
“Zalig gij die arm zijt, want aan u behoort het Rijk Gods.
Zalig die nu honger lijdt, want gij zult verzadigd worden.
Zalig die nu weent, want gij zult lachen. Zalig zijt gij
wanneer omwille van de Mensenzoon de mensen u haten,
wanneer zij u uitstoten en u beschimpen en uw naam uit de samenleving bannen als iets verfoeilijks.
Als die dag komt, springt dan op van blijdschap, want groot is uw loon in de hemel.
Op dezelfde manier behandelden hun voorvaders de profeten.
Maar wee u, rijken, want wat u vertroost hebt ge al ontvangen.
Wee u, die nu verzadigd zijt, want ge zult honger lijden.
Wee u, die nu lacht, want ge zult klagen en wenen.
Wee u, wanneer alle mensen met lof over u spreken,
want hun voorvaderen deden hetzelfde met de valse profeten.”
- Woord van de Heer. – Wij danken God.
Bron: https://dionysiusparochie.nl/lectionaria/deel-c-door-het-jaar/6e-zondag-door-het-jaar-c/
Overweging:
Leeg om gevuld te worden met God!
“Wee u die vol bent!” (Lc 6,25) Laten we onze verzadiging niet zoeken in de dingen van deze wereld, in materiële goederen of in geestelijke goederen, in welk schepsel dan ook, in alles wat niet God is. Hoe meer we leeg zijn van alles wat niet God is, hoe meer we in staat zullen zijn om met God vervuld en door Hem verzadigd te worden… Laten we de dingen van deze wereld alleen gebruiken voor zover het nodig is om onze plichten tegenover God te vervullen, alleen voor zover Hij ons dat opdraagt, alleen met het oog op Hem alleen, absoluut leeg blijvend van enige gehechtheid aan een van hen… In plaats van onszelf ermee te bevredigen, laten we ons er materieel van ontdoen (…), en laten we ons hart volledig leegmaken, radicaal; laat ons hart radicaal leeg zijn, zodat God het volledig kan vullen. Dit betekent niet dat we niet van mensen moeten houden, verre van dat, maar we moeten ze niet liefhebben voor onszelf en ook niet voor zichzelf, maar met God alleen in gedachten: ze zijn inderdaad in ons hart, maar niet door ons geplaatst, geplaatst door God; we houden niet van ze in onszelf, op een bepaalde manier houden we van ze in het Hart van God. We houden alleen van God: ons hele hart behoort alleen Hem toe. We houden ook van mensen, maar omdat ze in Hem zijn, omdat we ze in Zijn Hart vinden, omdat ze iets van Hem zijn.
H. Charles de Foucauld (1858-1916) kluizenaar en missionaris in de Sahara: Over het Evangelie
Bron: https://dagelijksevangelie.org/NL/gospel/2025-02-16