
Liturgie van het Woord van Pinksteren C zo 08-06-2025

“Ontvangt de Heilige Geest. Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven, en wier zonden gij niet vergeeft, hun zijn ze niet vergeven.”(Ga 20, 19-23).
EERSTE LEZING
Zij werden allen vervuld van de Heilige Geest en zij begonnen te spreken.
Lezing uit de Handelingen van de Apostelen 2, 1-11
Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren allen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld,op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de Heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen, die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel. Toen dat geluid ontstond, liep het volk te hoop en tot zijn verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn eigen taal. Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: “Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamia, van Judea en Kappadocië, van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Libië bij Cyrene, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als proselieten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden.”
Woord van de Heer.
ANTWOORDPSALM Ps. 104 (103), 1ab en 24ac, 29bc-30, 31 en 34 (R.30)
R. Zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven,
dan maakt Gij uw schepping weer nieuw.
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer,
wat zijt Gij groot, Heer mijn God!
Hoeveel is het wat Gij gedaan hebt, Heer,
de aarde is vol van uw schepsels. R.
Neemt Gij hun geest weg, dan komen zij om,
en keren terug tot de aarde.
Maar zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven,
dan maakt Gij uw schepping weer nieuw. R.
De roem van de Heer blijve eeuwig bestaan,
Hij vinde zijn vreugde in al zijn schepsels;
Mogen mijn woorden Hem aangenaam zijn,
dan zal ik mij in de Heer verheugen. R.
TWEEDE LEZING (1 Kor. 12, 3b-7.12-13 uit jaar A)
In één en dezelfde Geest zijn wij door de doop
één enkel lichaam geworden.
Lezing uit de Eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de Korintiërs 12, 3b-7.12-13
Broeders en zusters, Niemand kan zeggen: “Jezus is de Heer”, tenzij door de Heilige Geest. Er zijn verschillende gaven, maar slechts één Geest. Er zijn vele vormen van dienstverlening, maar slechts één Heer.Er zijn allerlei soorten werk, maar er is slechts één God, die alles in allen tot stand brengt. Maar aan ieder van ons wordt de openbaring van de Geest meegedeeld tot welzijn van allen.
Het menselijke lichaam vormt met zijn vele ledematen
één geheel; alle ledematen, hoe vele ook, maken tezamen één lichaam uit. Zo is het ook met de Christus. Wij allen, Joden en Grieken, slaven en vrijen, zijn immers in de kracht van één en dezelfde Geest door de doop één enkel lichaam geworden en allen werden wij gedrenkt met één Geest.
- Woord van de Heer.
SEQUENTIE (verplicht op deze dag)
Kom, o Geest des Heren, kom
uit het hemels heiligdom,
waar Gij staat voor Gods gezicht.
Kom der armen troost, daal neer,
kom en schenk uw gaven, Heer,
kom wees in de harten licht.
Kom o trooster, Heil’ge Geest,
zachtheid die de ziel geneest,
kom verkwikking zoet en mild.
Kom o vrede in de strijd,
lafenis voor ’t hart dat lijdt,
rust die alle onrust stilt.
Licht dat vol van zegen is,
schijn in onze duisternis,
neem de harten voor U in.
Zonder uw geheime gloed
is er in de mens geen goed,
is de ziel niet rein van zin.
Was wat vuil is en onrein,
overstroom ons dor domein,
heel de ziel die is gewond,
maak weer zacht wat is verstard,
koester het verkilde hart,
leid wie zelf de weg niet vond.
Geef uw gaven zevenvoud
ieder die op U vertrouwt,
zich geheel op U verlaat.
Sta ons met uw liefde bij,
dat ons einde zalig zij,
geef ons vreugd die niet vergaat.
ALLELUIA
R. Alleluia. Kom, heilige Geest, vervul het hart van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde.
R. Alleluia.
EVANGELIE
Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u:
ontvangt de Heilige Geest.
Lezing uit het heilig Evangelie volgens Johannes 20, 19-23 (uit jaar A)
In de avond van die eerste dag van de week,
toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen
gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei:
“Vrede zij u”. Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde, toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: “Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u”. Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvangt de Heilige Geest.
Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven,
en wier zonden gij niet vergeeft, hun zijn ze niet vergeven.”
Woord van de Heer.
Bron: https://dionysiusparochie.nl/lectionaria/deel-a-paastijd/pinksteren-dagmis/
Overweging: O Heer, zend Uw Geest
In het evangelie van vandaag zegt de Heer: “De Paracleet, de Heilige Geest, die de Vader in mijn naam zal zenden, zal u alles leren en u herinneren aan alles wat Ik u gezegd heb” (Joh 14,26). De Vader stuurde de Paracleet in de naam van de Zoon, voor de glorie van de Zoon, om de heerlijkheid van de Zoon te openbaren. “Hij zal u leren”, zegt Hij, zodat u zult weten; Hij zal u ”eraan herinneren” (Joh 14,26) en u aansporen, zodat u zult willen. De genade van de Geest geeft ons de kennis en de wil. Daarom zingen we in de Mis van vandaag: “Kom, heilige Geest, dring binnen in de harten van uw gelovigen”, zodat ze kennis krijgen, “laat ze verteerd worden door het vuur van uw liefde”, zodat ze de wil krijgen om wat ze weten in praktijk te brengen. Net zoals we zingen: “O Heer, zend uw Geest uit om het aanschijn van de aarde te vernieuwen!”. We vinden deze gedachte terug in de klaagzang van Jeremia: “Van boven zendt Hij een vuur dat Hij heeft laten neerdalen in mijn beenderen om mij te onderwijzen” (vgl. Lam 1,13). Vandaag zendt de Vader van boven, de Zoon, een vuur, de heilige Geest, in mijn beenderen, in de apostelen,” zegt de Kerk, ”en door hen onderwijst Hij mij, zodat ik weet en wil (…). De heilige Geest geeft ons het weten en het willen: laten we Hem de macht geven die in onze mogelijkheden ligt en we zullen de tempel van de heilige Geest worden. Laten we bidden tot de Zoon om Hem op ons te zenden, die gezegend is tot in eeuwigheid, Amen! (…) Laten we vurig tot Hem bidden; laten we Hem vragen ons de Parakleet te zenden die ons Hem zal doen kennen en liefhebben, zodat we het verdienen Hem te bereiken.
H. Antonius van Padua (ca.1195-1231) franciscaan, kerkleraar: Pinksterzondag