Liturgie van het Woord van het Hoogfeest van de Openbaring des Heren jaar C Zo 05-01-2025

 

eerste lezing: Jes. 60, 1-6

De glorie van de Heer is over u opgegaan.

Uit de Profeet Jesaja.

 Sta op, laat het licht u beschijnen, Jeruzalem, want de Zon gaat over u op en de glorie van de Heer begint over u te schijnen. Want zie: duisternis bedekt de aarde, het donker de volkeren, maar over u gaat de Heer op en zijn glorie is boven u verschenen.
Volkeren komen af op uw licht, koningen op de luister van uw dageraad. Sla uw ogen op en zie om u heen:
van overal stromen ze naar u toe, uw zonen komen van verre, uw dochters draagt men op de arm. Bij het zien hiervan zult gij met blijdschap worden vervuld en uw hart zal bonzen en wijd worden van vreugde. Want de schatten der zee gaan over in uw bezit, de rijkdommen der volkeren worden aan u afgedragen. Een zee van kamelen bedekt u, jonge kamelen van Midjan en Efa. Alle bewoners van Sjeba trekken naar u toe; ze voeren goud en wierook aan en verkondigen luid de roem van de Heer.

  • Woord van de Heer. – Wij danken God.

tussenzang: Ps.72 (71), 2, 7-8, 10-11, 12-13

Refrein:
Alle volken der aarde huldigen U, Heer.

Mijn God, verleen de koning uw wijsheid,
de koningszoon uw rechtvaardigheid.
Rechtvaardigheid zal in zijn dagen ontbloeien
en welvaart alom tot het einde der maanden.

Regeren zal hij van zee tot zee,
vanaf de Rivier tot de grens van de aarde.
Vorsten van Tarsis, van verre kusten, zenden geschenken,
Arabische heersers en Ethiopen betalen hem cijns.

Hem huldigen alle vorsten der aarde
en alle volkeren dienen hem.
De arme die steun vraagt zal hij bevrijden,
de ongelukkige zonder hulp.

Hij zal zich ontfermen over misdeelden,
de zwakken schenkt hij weer levensmoed.

tweede lezing: Ef. 3, 2-3a. 5-6

Thans is geopenbaard dat de heidenen
medeërfgenamen
zijn van de belofte.

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Efeze.

Broeders en zusters, gij hebt vernomen hoe zich de genade Gods heeft verwezenlijkt, die mij met het oog op u gegeven is; door openbaring is mij de kennis van het geheim meegedeeld, zoals ik het reeds in het kort heb beschreven. Nooit is het onder vroegere geslachten aan de kinderen der mensen bekend gemaakt, zoals het nu door de Geest is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: dat heidenen in Christus Jezus mede-erfgenamen zijn, medeleden en deelgemeenten van de belofte door middel van het evangelie.

  • Woord van de Heer. – Wij danken God.

vers voor het evangelie: Mt. 2, 2

Alleluia. Wij hebben zijn ster in het oosten gezien en komen de Heer onze hulde brengen. Alleluia.

evangelie: Mt. 2,1-12

Wij komen uit het oosten om de koning hulde te brengen.

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs.

Toen Jezus te Betlehem in Juda geboren was, ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen: “Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.” Toen koning Herodes dit hoorde werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk bijeen en legde hun de vraag voor waar de Christus moest geboren worden. Zij antwoordden hem: “Te Betlehem in Juda. Zo immers staat er geschreven bij de profeet: En gij Betlehem, landstreek van Juda, gij zijt volstrekt niet de geringste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leidsman te voorschijn treden, die herder zal zijn over mijn volk Israël.”Toen ontbood Herodes in het geheim de Wijzen en hij vroeg hun nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Daarop zond hij hen naar Betlehem met de opdracht: “Gaat een zorgvuldig onderzoek instellen naar het Kind, en wanneer gij het gevonden hebt, bericht het mij dan, opdat ook ik het hulde kan gaan brengen.”

Na de koning aanhoord te hebben vertrokken zij. En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging voor hen uit totdat ze boven de plaats waar het Kind zich bevond stil bleef staan. Op het zien van de ster werden zij vervuld van overgrote vreugde. Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten tevoorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre. En in een droom van Godswege gewaarschuwd niet meer naar Herodes terug te keren, vertrokken zij langs een andere weg naar hun land.

  • Woord van de Heer. – Wij danken God.

Openbaring des Heren – Driekoningen

Overweging:

             “Laten we de magiërs volgen”

Laten we naar het voorbeeld van de magiërs opstaan. Laat de hele wereld zich maar zorgen maken, maar laten wij ons met vreugde naar de verblijfplaats van het Kind haasten.  Als koningen of volkeren moeite doen om ons de weg te versperren, maakt dat niet uit, we laten onze ijver niet verminderen, we duwen al het kwaad dat ons bedreigt weg. Als ze het Kind niet hadden gezien, waren de magiërs niet aan het gevaar, dat ze liepen van de kant van Herodus, ontsnapt. Voordat ze het geluk hadden om Hem te schouwen, zaten ze vast in de vrees, omgeven door kwaadwillenden, ondergedompeld in zorgen; nadat ze Hem hadden aanbeden, kwam de kalmte en zekerheid in hun hart. Laten ook wij een stad in wanorde, een despoot die dorst naar bloed, alle rijken van deze wereld, achterlaten en laten we naar Bethlehem gaan, het “huis van het geestelijke brood”. Als je herder bent, kom dan gewoon en je zult het kind in de stal vinden. Als je koning bent, dan zullen je weelderige kleding, alle schittering van waardigheid, nergens voor dienen als je niet komt. Als je een wetenschapper bent zoals de magiërs, zal al je kennis je niet redden als je niet komt om respect te tonen. Als je een vreemdeling bent of zelfs een barbaar, dan zul je toegelaten worden in het hof van de koning (…) . Het is genoeg om met ontzag en met vreugde te komen, deze twee gevoelens wonen in het hart van de echte christen (…).       

Alvorens dat kind te aanbidden, maak je vrij van alles wat je benauwt. Als je rijk bent, leg dan het goud aan zijn voeten, dat wil zeggen geef het aan de armen. Deze vreemdelingen zijn van zo ver gekomen om de pasgeborenen te schouwen; waarom zou jij weigeren (…) om enkele stappen te zetten om een zieke of een gevangene te bezoeken? (…) De magiërs hebben hun schatten aan Jezus aangeboden, en jij hebt Hem zelfs geen stukje brood gegeven? (Mt 25,36v) Toen zij de ster zagen, werd hun hart vervuld met vreugde; je ziet Christus in de arme mensen, die aan alles tekort hebben en je loopt aan de overzijde, word je niet geraakt?

H. Johannes Chrysostomus (ca 345-407)
priester te Antiochië, daarna bisschop te Constantinopel, kerkleraar
Homilie over het evangelie van Mattheus, nr 7, 5

Bron: https://dagelijksevangelie.org/NL/gospel/2025-01-05