Liturgie van het Woord van Heilige familie, Jezus, Maria en Jozef – jaar C zo 29-12-2024
EERSTE LEZING:
Wie de Heer vreest, eert zijn ouders.
Lezing uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach 3, 2-6. 12-14
De Heer heeft een vader aangesteld over de kinderen; en de moeder recht gegeven over haar zonen. Wie zijn vader eerbiedigt, krijgt vergiffenis van zonden en als iemand die schatten verzamelt,
is hij die zijn moeder eert. Wie zijn vader eert, beleeft vreugde aan zijn kinderen, en wanneer hij bidt, wordt hij verhoord. Wie zijn vader eert zal een lang leven genieten en wie zijn vader gehoorzaamt,
verkwikt het hart van zijn moeder. Wie de Heer vreest, eert zijn ouders. Kind, draag zorg voor uw vader op zijn oude dag en doe hem geen verdriet zolang hij leeft. Op de dag dat ge in nood zijt, wordt aan u gedacht; gij die nog in volle kracht zijt, veracht uw vader niet. Medelijden met uw vader zal niet worden vergeten, anders dan de zonden, bouwt zij uw huis op.
Woord van de Heer.
ANTWOORDPSALM Ps. 128 (127), 1-2, 3, 4-5 (R. 1)
- Gelukkig die godvrezend zijt,
de weg des Heren gaat.
Gelukkig die godvrezend zijt,
de weg des Heren gaat.
Ge zult de vrucht van eigen arbeid eten,
tevreden en voorspoedig zult ge zijn. R.
Uw vrouw daarbinnen in uw huis
is als een rijkbeladen wijnstok.
En als olijventakken rond de stam,
zo staan uw zonen om uw tafel. R.
Ja, zo wordt elke man gezegend,
die eer geeft aan de Heer.
Moogt gij Jeruzalem welvarend zien,
zolang uw dagen duren. R.
TWEEDE LEZING
Over het huiselijk leven in de Heer.
Lezing uit de Brief van de heilige apostel Paulus
aan de Kolossenzen 3, 12-21
Broeders en zusters, Bekleedt u als Gods heilige en geliefde uitverkorenen, met tedere ontferming, goedheid, deemoed, zachtheid en geduld. Verdraagt elkander en vergeeft elkander, als de een tegen de ander een grief heeft. Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij vergeven. Voegt bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid.En laat de vrede van Christus heersen in uw hart; daartoe zijt gij immers geroepen, als leden van één lichaam. En weest dankbaar.
Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen. Leert en vermaant elkander met alle wijsheid. Zingt voor God met een dankbaar hart psalmen, hymnen en liederen, ingegeven door de Geest.
En al wat gij doet in woord of werk, doet alles in de naam van Jezus de Heer, God de Vader dankend door Hem. Vrouwen, weest uw man onderdanig, zoals het christenen betaamt. Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet humeurig tegen haar. Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is de Heer welgevallig. Vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij de moed niet verliezen.
- Woord van de Heer.
ALLELUIA: Kol 3, 15a en 16a
- Alleluia.
Laat de vrede van Christus heersen in uw hart;
Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen.R. Alleluia.
EVANGELIE
Zijn ouders vonden Jezus te midden van de leraren.
Lezing uit het heilig evangelie volgens Lucas 2, 41-52
Ieder jaar gingen de ouders van Jezus naar Jeruzalem voor het paasfeest. En toen Hij twaalf jaar geworden was, gingen zij, zoals gewoonlijk bij het feest, daarheen. Toen de dagen vervuld waren en zij terugkeerden, bleef het kind Jezus achter in Jeruzalem en zijn ouders wisten het niet.
In de mening dat Hij zich bij het reisgezelschap bevond, gingen zij een dagreis ver en zochten Hem onder verwanten en bekenden. Maar toen zij Hem niet vonden, keerden zij – Hem zoekende – naar Jeruzalem terug. Na drie dagen vonden zij Hem in de tempel, gezeten te midden van de leraren, terwijl Hij naar hen luisterde en hun vragen stelde. Allen die Hem hoorden, waren vol verbazing over zijn inzicht en antwoorden.Toen zij Hem daar zagen, waren zij ontdaan en zijn moeder zei tot Hem: “Kind, waarom hebt Ge zo met ons gedaan? Zie, uw vader en ik hebben met smart naar U gezocht.” Maar Hij zei tot hen: “Wat hebt ge toch naar Mij gezocht? Wist ge niet dat Ik moet zijn bij wat van mijn Vader is?” Zij begrepen echter het woord nietdat Hij tot hen sprak.Hij ging met hen mee en kwam naar Nazaret
en was aan hen onderdanig. Zijn moeder bewaarde al de woorden in haar hart. En Jezus nam toe in wijsheid en jaren en in welgevallen bij God en mensen.
- Woord van de Heer.
Bron: https://dionysiusparochie.nl/lectionaria/deel-c-kersttijd/feest-van-de-h-familie/
Overweging:
“Hij ging met hen naar Nazaret terug. En Hij was hun onderdanig”
“Hij was hun onderdanig.” Dat bij deze woorden, alle trots smelt, alle hardheid verbrijzelt, dat alle ongehoorzaamheid onderdanig wordt. “Hij was hun onderdanig.” Wie? Degene die in één woord, alles heeft geschapen. Degene die zoals Jesaja zegt: “Wie heeft het water gepeild met de palm van zijn hand en de hemel met zijn hand gemeten, wie heeft in een maatje het stof van de aarde afgepast, de bergen in een weegschaal gelegd, en de heuvels in een balans afgewogen?” (Jes 40,12). Degene die zoals Job zegt : “Hij doet de aarde van haar plaats wankelen, zodat haar zuilen schudden. Hij geeft aan de zon bevel en zij gaat niet op, en Hij sluit de sterren onder zegel weg. Hij spant geheel alleen de hemel uit, en Hij schrijdt voort over de hoogten der zee. Hij maakt de Beer en de Orion, de Pleiaden en de Kamers van het Zuiden. Hij doet grote, ondoorgrondelijke dingen, ja, wonderen zonder tal.” (Job 9,6-10) (…). Hij die zo groot is, zo machtig, is onderdanig. Onderdanig aan wie? Aan een arbeider en aan een zeer arme maagd. O, “eerst en laatste”! (Ap, 1,17) O, hoofd van de engelen, onderdanig aan de mensen! De Schepper van de hemel, onderdanig aan een arbeider; de God van eeuwige glorie onderdanig aan een kleine arme maagd! Heeft men ooit zoiets gezien? Heeft men ooit zoiets gehoord?
Aarzel dus niet om te gehoorzamen, om u onderdaan te maken (…). Daal af, kom naar Nazareth, wees onderdanig, gehoorzaam volmaakt: dat alles is wijsheid (…). Dat is wijs zijn met soberheid. De pure eenvoud is “het rustig vloeiende water van Siloach” (Jes 8,6). Er zijn wijzen in religieuze ordes; maar door de eenvoudige mensen heeft God ze verzameld. God heeft hen “die voor de wereld dwaas, zwak, onaanzienlijk en veracht zijn, uitverkoren” (1Kor 1,26-29), om door hen diegenen te verzamelen die wijs, invloedrijk en van hoge komaf zijn”, “opdat tegenover God geen mens zich zou beroemen op zichzelf” (1Kor 1,26-29), maar op Hem die nedergedaald is, die naar Nazareth gekomen is, en die onderdanig was.
H. Antonius van Padua (ca.1195-1231)
franciscaan, kerkleraar: Overweging voor zon- en feestdagen